Laura werkt op een afdeling met 6 andere collega’s. Ze heeft het druk. Eigenlijk veel te druk maar diep in haar hart vindt ze dat heerlijk.
Ze kent het, zo is ze altijd geweest. Je hoeft haar maar aan te kijken en ze heeft het al voor je gedaan. Wat het ook is. Alsof ze er een zintuig voor heeft en precies weet wat jij nodig hebt. Ja die Laura, ze is lekker bezig.
In het begin zien de collega’s het aan. Soms is het gedrag van Laura irritant maar aan de andere kant erg handig. Het scheelt ze zelf een boel werk. Dus wordt er niets van gezegd.
Na enige tijd gaat het toch wringen. Er ontstaan kleine woordenwisselingen. Het lijkt alsof Laura steeds meer de afdeling runt en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Diep in haar hart voelt Laura dit ook zo maar weet je nog? Ze kan niet anders. Zelf snapt ze het ook niet goed.
Uiteindelijk wordt het haar toch teveel. Ze heeft steeds minder plezier in haar werk en denkt er zelfs over om op te stappen en een andere baan te gaan zoeken. s’Avonds is ze uitgeblust en op zondag lijkt de week een enorme onoverkomelijke berg.
Waarom heeft ze het gevoel dat ze niet op haar plek zit? Waarom denkt ze toch altijd dat ze alles voor jan-en-alleman moet doen? Moet zorgen? Schuift ze zoveel taken op haar eigen bord? Ze is bang dat ze in een volgende baan tegen hetzelfde aan zal lopen en gaat op onderzoek uit.
Uit een gesprek komt sterk naar voren dat ze uit een gebroken gezin komt. Haar ouders zijn gescheiden toen ze een jaar of tien was en als oudste kreeg zij al snel de verantwoordelijkheid voor haar 2 broertjes. Haar moeder deelde veel met haar, ook de boosheid en de zorgen die de scheiding met zich meebracht. Laura wist overal van. Haar moeder moest hard werken om alles draaiende te houden maar samen met Laura redden ze het wel.
Tijdens een workshop bevestigt een opstelling dit beeld. Bij Laura gaat een lichtje branden. Door de scheiding en het wegvallen van haar vader in het gezin heeft Laura op haar 10e de plek van haar vader “overgenomen”. Met alle gevolgen van dien. Het verantwoordelijkheidsgevoel die daar bij hoort is ze nooit meer kwijt geraakt en draagt ze al 25 jaar op haar schouders.
Tot nu…nu krijgt ze de gelegenheid om de ouderplek terug te geven aan de persoon waartoe die plek hoort, haar eigen kindplek terug in te nemen en datgene wat ze al die tijd op haar schouders heeft gedragen, los te laten. En dit doet ze!
Ze voelt zich bevrijd. Ze omschrijft het als een bijna letterlijk leegte. Ruimte! Een ruimte die weer van haar is. Opluchting. De druk is verdwenen en een besef van vrijheid borrelt op. Deze vrijheid heeft ze lang niet gevoeld en koestert het.
Ze leert de ruimte voor zichzelf te gebruiken en alles wat er niet bij haar hoort te laten voor wat het is. Ook op haar werk merkt ze dat ze veel beter in staat is om niet alles op haar schouders te laden. En ze geniet ervan.
Haar collega’s merken de verandering ook. Ze complimenteren haar en voelen zich ook vrijer om weer meer in haar buurt te komen, wetende dat Laura niet meer “moedert” over hun en de afdeling.
Laura besluit te blijven en werkt nog lange tijd met veel plezier samen met haar collegas.
NB. Naam en (mogelijke) situatie zijn fictief.